Een greep uit de praktijk
Via de rechtbank kwamen zij binnen. Daar was Marjolein een procedure tegen Kees begonnen over een deel van de erfenis die hij vier jaar ervoor had geërfd wegens het overlijden van zijn vader. Die erfenis had Kees toen nog niet ontvangen. Zijn moeder was onlangs overleden, zodat zijn ouderlijk huis verkocht was. Hij was zeker niet van plan om Marjoleins’ aandeel daarin aan haar te betalen, hoewel zij dat bij de echtscheiding hadden afgesproken. Kwetsende processtukken hadden ze inmiddels daarover uitgewisseld. Procederen ging ze prima af. Ze waren immers allebei advocaat, maar nu die stukken op hun eigen leven betrekking hadden voelden ze zich ieder op hun eigen manier enorm door de inhoud gekwetst.
Kees zei dat hij eigenlijk wel hadden willen doorprocederen, want hij stond er immers goed voor, maar omdat zij hem twee keer gevraagd had om mediation te proberen, had hij ermee ingestemd, alleen om haar ter wille te zijn.
Marjolein vond op haar beurt dat zij absoluut een grote kans maakte om de procedure te winnen, maar wilde die processtukken met kwetsende inhoud van hem niet opnieuw tegengekomen. Dan maar mediation, had ze gedacht. De kans om op een betere manier met elkaar in contact te komen was dan groter.
Dat waren dus de eerste schermutselingen, dacht ik, maar ik maakte mij geen zorgen over de ondertekening van de mediationovereenkomst. Ze hadden immers niet voor niets, elk uit hun eigen windrichting, 50 km gereden om bij mij aan tafel te zitten. Dat verbale wapengekletter is een bijproduct van hun beroep. Ik was benieuwd waar het hen werkelijk om ging.
Ze waren vier jaar geleden gescheiden, hadden twee kinderen, een zoon Martijn van 25 jaar en een dochter Jorinde van 21 jaar. Marjolein had drie jaar voor hun scheiding een stevige affaire gehad, die zij lange tijd categorisch had ontkend. Zoiets komt op de duur toch aan het licht. En, zei Marjolein, dan ben je en blijf je de schuldige. Tot haar verbazing voegde Kees er nu aan toe, dat ook hij schuldig was. In die heftige tijd van de scheiding had hij haar eens geslagen in aanwezigheid van de kinderen. Marjolein was even met stomheid geslagen tot ze kon uitbrengen dat deze schuld voor haar nieuw was. In mijn verbeelding werd het wat lichter aan tafel.
Marjolein vervolgde, dat haar contact met de kinderen heel slecht was. Zij beet Kees snel daarna toe dat dat zijn schuld was.
Het wapengekletter kwam weer op gang.
Om het slechte contact te doorbreken had Kees zijn moeder ingeschakeld. Marjolein beaamde dat dat wel een beetje geholpen had, maar niet genoeg om het contact met de kinderen vast te houden.
Het had haar enorm gegriefd, dat zij bij de buluitreiking van Martijn door een van zijn vrienden achterin de zaal was geplaatst in plaats van in de rij van de familie.
En alsof dat nog niet heel erg was, had ze een half jaar later gehoord dat haar dochter een afscheidsfeestje had gegeven voor familie en vrienden, voordat zij voor een jaar naar Amerika vertrok. Als moeder had zij zelfs geen uitnodiging daarvoor gekregen.
Hun dochter was na vier maanden al weer terug in Nederland, omdat zij zo depressief was geworden, dat zij overwoog een eind aan haar leven te maken. Kees had toen een beroep op Marjolein gedaan, omdat Jorinde haar moeder erg nodig had, maar Marjolein was niet gekomen.
Het werd weer doodstil aan tafel toen Marjolein zei dat zij niet wist dat Jorinde suïcidaal was.
Het vat met grieven werd verder geopend. Kees vertelde dat ook hun zoon gebukt ging onder het slechte contact met zijn moeder en had daarom een therapeut benaderd. De therapeute had Marjolein per brief gevraagd om in haar praktijk te komen voor een gesprek met Martijn en de therapeute. Marjolein had uit de uitnodiging niet begrepen dat het gesprek urgent was. Zij was er dus niet op ingegaan.
Op een lusteloze toon zei Marjolein berustend, dat zij zich vanaf dat moment innerlijk had afgesloten voor de hoop op herstel van contact met de kinderen, omdat zij anders de pijn niet meer kon verdragen.
Kees hield vol en zei met klem dat de kinderen dat contact met haar wél wilden en hun babyschoentjes, die zij van Marjolein hadden gekregen toen ze 16 jaar werden, onder handbereik hielden in hun woonkamers.
Marjolein kreeg weer kleur op haar gezicht. Ook dat had ze niet geweten, zei ze. Wanneer dit probleem tussen hen was opgelost, zou ze direct met haar kinderen gaan mailen. Dit probleem moest echter eerst de wereld uit, omdat vertrouwelijke informatie in het verleden “op straat gegooid werd”. Dat risico wilde ze nu niet meer nemen.
Nog stond de grievenemmer niet droog. Hun dochter Jorinde was kort na de scheiding verhuisd van Marjolein naar Kees, maar de kinderalimentatie, die Kees van Marjolein had moeten ontvangen, was uitgebleven. Weer was Marjolein met stomheid geslagen, want hij had haar nooit gevraagd om kinderalimentatie. Kees vond dat volstrekt logisch en had vergeefs op haar aanbod gewacht.
Wel was het zo gelopen dat Jorinde een envelop voor haar vader van haar moeder had meegekregen. Kees had dat wel zo raar gevonden, dat hij de envelop aan Jorinde had teruggegeven met het verzoek het aan haar moeder terug te geven. Een kind hoort toch niet de bezorger van de alimentatie van de ene ouder aan de andere ouder te zijn.
Rechtstreeks contact tussen de ouders over deze en andere kwesties was er niet geweest. Beiden waren ervan overtuigd dat de ander weer met andere grieven zou komen of op zijn minst niet benaderbaar was, ondanks dat Kees nog steeds kinderalimentatie wilde ontvangen.
Het was bij die wens gebleven. Het kon toch immers niet erger tussen hen, dachten zij beiden.
Dat kon toch wel. Nu was onlangs zijn moeder overleden en zijn ouderlijk huis verkocht. Het had hem erg geraakt dat hij zijn moeder verloor, waarmee hij een hechte band had in tegenstelling tot de band met zijn vader. Die was er eigenlijk nooit geweest. Vreemd genoeg had het erven van zijn vader hem toch een beetje een gevoel van binding met zijn vader gegeven ook al bestond dat vier jaar geleden slechts uit een document van de notaris. Nu hij geconfronteerd werd met de situatie dat hij daadwerkelijk een deel van die symbolische verbinding met zijn vader zou moeten afgeven aan Marjolein, gingen bij hem de luiken dicht.
De wens om toch alimentatie voor Jorinde te ontvangen kwam bij Kees op als dé ontsnapping uit zijn verplichting om zijn vaders’ erfenis met Marjolein te moeten delen. Dus bood hij haar een bedrag dat daarbij paste. Marjolein liep rood aan en blies hem toe dat ze niet gedacht had dat hij zo onfatsoenlijk zou worden, maar ze wees zijn aanbod niet af. Ze zou erover denken.
Nog vier keer kwamen ze terug. Telkens had de een antwoord op het voorstel van de ander bij de vorige bijeenkomst en deed een financieel tegenvoorstel. De ander werd emotioneel, maar haakte niet af en vroeg bedenktijd. Tot hun financiële fantasie bij de vierde keer kennelijk opgedroogd raakte en er geen tegenzet meer kwam. Ze zaten er star en futloos bij.
Ten einde raad vroeg Marjolein mij of ik nog een idee had. Ik zei dat ik in al die contacten met hen in de afgelopen vier bijeenkomsten niets meer bespeurd had van hun grote behoefte aan normaal contact met de kinderen en dat herstel van normaal contact toch hun doel was. Konden ze het niet oplossen door het geld, waarover ze schijnbaar eindeloos steggelden, voor de kinderen te bestemmen, vroeg ik.
Ineens gingen ze rechtop zitten en begonnen druk te overleggen. Hun ideeën vielen niet direct op hun plaats, maar er was genoeg helder geworden hoe hun afspraken er wel uit moesten zien om mij te vragen een concept document op te stellen met hun ideeën.
Ze kwamen niet meer terug. Het concept document is nog drie keer fors veranderd voordat het definitief werd en beiden dat ondertekenden. Het geld ging toch naar Marjolein.
En tot slot schreef ze me nog, dat ze nu eindelijk weer makkelijk met haar kinderen kon praten en ze vakantieherinneringen ophaalden uit de tijd, dat ze nog een compleet gezin waren.
Bezoekadres:
Keulenstraat 12 te 7418 ET Deventer
Postadres:
Molenhof 6 te 7437 AG Bathmen